neemee

gillend vertier
pestkop
van heb ik u hier
wederzijds vergrijp
op gelijke ogen
beeldbuis
dwangbuis
kinderlijk huis
met de bezem door
het ene oor
geloof
dat in het niets
nimmer
spreekt
nipt wikt
weegt
beweegt
richting de zon
als of
het
lijkt
op
de Aa
als of het niets is
dikke
vette
niets
was het maar iets
dikke vette iets
in een zilver lijstje
op de schoorsteen mantel
naast jou
met je lange haren
de lippestift
en de ongewassen voorbibs
de grauwe werkhanden
moe
getekend
soepel
stikkend
aan de zomer broek
of liggen zweten
met een hallo dag boek
sonja barend eierkloek
hoog bezoek
van de tante van
niet ver
niet dichtbij
maar
hier

want zoals je
weet
is
er
weer
nieuwe haring
bij de vleet
op de hoek
jou hoek
ma co ja san
de Aas bek..